Paal #17



Deze vogels hebben stompe vleugels met een groot oppervlak. Opvallend is het verschil tussen het mannetje en vrouwtje. Vrouwtjes zijn groter en zwaarder dan mannetjes en jagen op grotere prooien. 

Zangvogels zijn de voornaamste prooi, met name huismus, vink, merel, spreeuw en mees. Het vrouwtje vangt ook duiven. Deze vogel jaagt vanuit dekking, of met een plotselinge, snelle vlucht in het voorbijgaan. De plek waar ze hun prooi van veren ontdoen en opeten, noemen we de plukplaats. Te herkennen aan en hoop veren en andere resten van ‘geslagen’ vogels.

Hoog in de bomen bouwt deze vogel ieder jaar een nieuw nest, waarin 1 tot zes, maar meestal vier of vijf eieren worden gelegd. Het broeden begint eind april tot juni, jongen vliegen meestal in juni uit. Broedduur 32-34 dagen per ei, begint met broeden na leggen eerste ei. Meestal 1 legsel . Jongen vliegen man 26-30 dagen en worden nog 3-4 weken gevoerd.